Obligatie 8-6-1704 Jan Jansen Oldenziel
Stephen van Selbach, der beijden Rechten Dr. Schults van Anlo, Gieten en Zuidlaren, Banherschults van het Oostermoer, en Rolder Dinckspil, betuige door desen dat voor mij, en twe Eijgen erfden tot Suitlaren, de E. Hindrick Swiers en Egbert Sissinge is gecompareert Jan Jansen Oldenziel op de Loula, op Zuitlaarderveen, bekennende ,voor hem, sijn huisvrouw en Erfgenamen in geriede penningen op interresse genomen te hebben uit de Diaconie middelen van Zuitlaren een somma van vierhondert Car. gld segge 400 gl: annemende de selve jaarlijx en eerst a dato deses over een jaar na vive ten hondert te verrenten ter tijt van aflosse waar toe de opsegginge an de een off ander zijde een vierdendiel jaars van te voren sal moeten geschieden stellende den debiteur hijr voor ten onderpande alle sine riedes hebbende en noch te verkrigene goederen vaste en tilbaren eghene van allen uitgesondert :
En heeft sich boven dien voor capitael en renten, als selvs schuldige verbonden des Debiteurs vader de E. Jan Goossens Oldenziel insgelijx daar voor alle sijne effecten en goederen meubele en immeubele plechtichlijck verhijpthiserende onder affstandt van alle exceptien enbeneficien die desen enichsints souden konnen odsteren onderwerpende sich de selvs schudige so wel de rechtlike ansprake in de eerste instantie als den originielen opnemer Jan Jansen Oldenziel: waarop de biijde comparanten, vader en soon voorschreven ten profijti der Diaconije van Suitlaren, den stock hebben gelicht die bij de heer predicant Joh: van Oostbrouck en drie anwesende Diaconen de E. Jan Crouse, Jan Hempsinge en Harmen Coops ten profijt als voorn weder is opgenomen in alles na Drentschen Lantrechte dessin oorconde heb ick Schults desen beffins mine Cornoten de originiele debiteur en de selvsschuldige eijgenhandich verteijkent en met mijn angeboorn Erffsegul bekrachticht Gedaan in Zuitlaren op den achsten daeh junij eenduisent sevenhondert en vier
handtekeningen
Jan Goossens met een handmerk