Logo website company
Home Genealogie Contact

Artikelen familie Oldenzeel

Oldenzeel(ziel), een "Veenster" familie in de 17e eeuw

Afbeelding

Bijna een eeuw geleden, in 1893 , verscheen de "Geschiedenis der Groninger Veenkolonien", door H.J. Top. Hij geeft daarin een beschrijving van de remmende invloed die Jan Oldenzeel (of Oldenziel) te Zuidlaren zou hebben uitgeoefend op de ontwikkeling van die veenkolonien.

Met name op die van de "Nieuwe Friesche Compagnie" of "Kylcompagnie", later Kielwindeweer en Lula geheten.Top tekent hem ale een "lastige hinderpaal". Als grondeigenaar te Zuidlaren beweerde hij recht te hebben op de gehele strook veen van Zuidlaarderveen tot aan Muntendam. Hij zou vele machtige vrienden gehad hebben en vele processen gevoerd hebben, o.a. tegen Adraiaan Geerts Wildervanck.

Vooral is merkwaardig Top's mededeling dat dan Oldenziel een der voornaamste eigenerfden en Schatgevers (d.i. belastingbetaler) van Zuidbroek was! Tot zover Top.

School foto Geert Oldenzeel 1900

Afbeelding school foto Geert Oldenzeel

Op 20 juli 1912 werd deze foto gemaakt op de openbare school in de Schoolstraat te Groningen.

Van links af: Nicolaas Bakkelo, Grietje de Vries, inzender Jan Martens (Heymanshuis K226, Kochstraat 61, Groningen). Willem Helder, Geert Oldenzeel, meester Diephuis ( later adjunct-derecteur van de Handels-HBS, waar de leerlingen hem ,,de kale" noemden; hij was een fanatiek NSB-er en werd tijdens de bezetting dan ook wethouder van Groningen). Geertruida Kuipers, Pieter Hooghuis ?, Berendina Aukema, schoolhoofd B.E. Lentz, Hiltje Lampkamp ?, Aaltje Pera, Jantinus de Lange en Enoch Venema ?. Bakkelo, Oldenzeel en de Lange waren later kleermaker, Helder werd PTT-er.

Het turbulente leven van Adriaan Geerts Wildervanck en Margaretha Hardenberg.

Afbeelding Zegel Kerspel Veendam Wildervank

A.G. Wildervanck

Zijn naam is in een der grootste Veenkoloniale gemeenten bewaard. Onze pen moge thans zijn beeld schetsen als waardig vertegenwoordiger van de mannen aan wie deze Veenkoloniƫn hun opkomst danken. Zijn helder oog meet de omgeving met een scherpen blik. Wij lezen op zijn gelaat lust tot leven, moed tot werken en ondernemingszucht.

Zijn trekken getuigen van een vasten wil. Geen rampen vermogen dezen fieren geest te buigen, geen hinderpalen schrikken hem af. Hij zal moeten strijden tegen ontrouwe compagnons, zijn beste bedoelingen zullen miskend worden, kostbare processen brengen hem aan de rand van den ondergang. Maar aan al deze vijandelijke machten biedt hij weerstand met heldenmoed.